De vlinderstruik of Buddleja is inmiddels een veel voorkomende struik in onze tuinen maar veelal zullen de ecologen zeggen dat deze buddleja een invasieve exoot is.
Dit deel is bekend.
Toch gaat het niet goed, veel problemen met de bijenstand en de vlinder-stichting trekt aan de bel.
In de Tuin en Landschap (vakblad hoveniers) stond in 2016 nr 19 een artikel over 'Elke gemeente een idylle', 'Nederland is vijftig vlinderparadijzen rijker'. Dat is niet niks denk ik dan. Het bleek om stukken grond te gaan waar bloemrijke plekken van gemaakt zijn, om graslandvlinders en wilde bijen plekken te geven om nectar en stuifmeel te kunnen vinden. De nationale postcodeloterij was daar (oa) sponsor van, dit geld is op en nu gaat de Vlinder-stichting door met het motto: 'elke gemeente een idylle'.
Buddleja: zomer en najaarsbloei.
De gemeente kán dit doen maar wij zelf kunnen ook helpen!
Zeker als u een tuin met groen hebt is het een idee om planten/ bollen/ heesters te planten waar de insecten voorraad en energie vandaan kunnen halen om verder te kunnen trekken dan wel overwinteren. Zaak is om de nectar 'productie' op alle tijden te hebben als de vlinders en insecten uitvliegen: dus van voorjaar (bollen!) tot ver na de zomer in de herfst aan toe.
Aster (herfstaster) bloeit in najaar.
Helpen? -dit zijn maar enkele voorbeelden-
Bollen:
Eranthis, Galanhus (sneeuwklokjes) Crocus, Corydalis, Hyacinthoides (non-scripta), Fritillaria, Tulipa, Allium, allemaal soorten geschikt voor verwildering (u hoeft ze dus niet te rooien: gewoon laten staan)
Heesters:
Berberis, Skimmia, Fuchsia, Cephalanthus, Cotoneaster, Rhamnus (sporkehout), Rosa rugosa, Hedera helix, Buddleja
Bomen:
al dat zijn er veel, enkele: Cornus mas, Acer platanoides (bloeit als eerste v.d. esdoorns), Prunus serrulata ->veel bloesem, Salix sepulcralis -treurwilg-, Robinia, Tetradium (bijenboom - kan niet duidelijker), Kalopanax (Aralia achtige), bloeit láát dus voor spreiding...
Planten:
Arabis (rijstebrij), Lathyrus (siererwt), Campanula (klokjesbloem), Geranium (ooievaarsbek), Nepeta (kattenkruid), Succisa pratensis (blauwe knoop), Centaurea (korenbloem), Origanum vulgare (marjolein), Scabiosa (duifkruid), Verbena (ijzerhard) om er een paar te noemen, sommigen zijn laag en nemen niet veel plek in, dus de moeite waard ze een plek in de border of pot te geven.
Verbena -als potplant- bloeit lang, vroeg-zomer tot laat herfst.
En het is een schitterend gezicht, vooral de vlinders met hun kleuren zijn vaak een lust voor het oog.
Bloem:
'PLANT EENS EEN ZOETHOUDERTJE'
Compost is goed voor alle planten maar er moet niet overdreven worden: één keer per jaar een laagje van 2 tot 3 cm is ruim voldoende.
Overigens kan je ook groenbemester in de tuin planten op plekken waar niets staat of wat geplukt is of braak ligt: om de bodem te verbeteren én je gaat onkruidgroei tegen. dit kun je dus zaaien in nazomer en herfst. Denk hierbij aan Phacelia en witte klaver, luzerne of boekweit, de planten zullen in herfst en winter het beste geven van zichzelf -> de meeste overleven de winter niet, soms blijven ze fris tot het weer lente is. In Het voorjaar meng je de bladeren en stengels door de grond net zoals je dat met mest zou doen. Een win-win situatie zou ik zeggen.
Phacelia
Bloempje: Compost, rondje van de zaak!
In de tuin - de natuur treffen we heel wat geuren aan, positief én negatief -> stank is ook een item...
Maar ik ga voor de positieve geuren: bloemen, bollen, bomen, struiken, kruiden en fruit, alles heeft een eigen geur. Om dit in de border terug te laten komen is een uitdaging die ik probeer aan te gaan.
Niet alle geuren horen bij een prachtige bloem of struik, bijvoorbeeld de boerenjasmijn ( Philadelphus coronarius bv 'Virginal') is een 'takkenbezemstruik' met best saai blad máár met een opvallende en heerlijke geur die je overal bovenuit kunt opmerken. Dus een plek een beetje naar achteren in de border is deze struik van harte gegund!
Geur is niet in woorden te vangen, persoonlijke van smaak, maar toch herkenbaar. Lelietjes-der-dalen, rozen, seringen, kruiden.
Om soms even in een blad te knijpen (kneuzen volgens de boeken) en dan te ruiken geeft leuke verrassingen, zo is de pindakaasstruik - Clerodendrum, pas goed te ruiken na aanraken (hieronder). Rozemarijn is een kruid dat je pas goed ruikt na aanraken van de struik.
Veel kruiden ruik je ook pas écht als het blad geknipt word, bieslook en peterselie bijvoorbeeld, en gebruiken/proeven hoort daar dan bij.
Geur is vaak ook gebonden aan een herinnering, kort of langer geleden, we slaan dit in ons geheugen op. Dat is een reden waarom er steeds meer gezocht word bij senioren complexen naar geurende planten en struiken.
De syringa - SERING is zo'n 'ouderwets' herkenbare struik met geur.
Eigenlijk hoort geur onlosmakelijk met een tuin verbonden te zijn, de vreugde en herkenning (elk jaar weer) is een feest in mijn beleving.
Zelfs in de kleinste tuin is het een uitdaging om groen, kleur én geur in te brengen-> ook klimmers beantwoorden aan dat 'doel', dus met een blinde muur/ pergola kun je iets verrassends bereiken. Probeer het eens!
Bloempje:
sommig groen is LUCHT voor me
Maar naast klimplant heeft de soort ook variëteiten die als vaste plant groeien. Door de lange bloeitijd die de clematis over het algemeen heeft is de plant als bodembedekker ook een bloeirijke / langdurige verschijning. Na de bloemen verschijnen de zaadpluizen wat de sierwaarde alleen maar verhoogd.
Een iets schaduwplek is prima omdat de voet van de plant niet in de (felle) zon moet staan. De clematis is een sterke groeier dus vult ook snel een plek op in de border. Prima tussen heesters die de plant dan als 'steun' -en als schaduw- kan gebruiken, zolang 40 % van de heester onbedekt blijft is dit voor de heester niet erg.
Veel van de bodembekkende soorten komen uit de Clematis alpina groep maar deze kunnen wat zwakker zijn. Een sterke soort is C. durandii, bloeit indigoblauw, de plant kan elk voorjaar tot de grond worden afgeknipt. De C. 'Cote d'Azur' bloeit in de halfschaduw van juni tot september, deze word in principe 100 cm. hoog maar heeft hier steun bij nodig, dus bijv. andere vaste planten of een heester, de praktijk zal zijn dat ze dus geen 1 m. blijken te zijn zonder steun. Sterke groeiers zijn c. macropetala of c. Montana. Omdat de plant goed groeit heb je over het algemeen ook maar 1 plant per m2 nodig.